VIVES onderzocht in het kader van de projecten Entomospeed en BioBoost een aantal interessante reststromen uit land- en tuinbouw en voedingssector, als voeder voor BSF-larven. Het aantal mogelijkheden is groot. Om inzicht te krijgen in de combineerbare reststromen voor een optimale groei van de larven, is meer kennis nodig over de behoeftes van de larven.

Eiwitbehoeftes van zwarte soldatenvlieglarven

Proeven met eiwitten
Om de minimale behoefte aan eiwitten te bepalen voor de garantie van een goede groei, werden experimenten opgezet met artificiële diëten. Het controledieet (30 g droogdieet gemixt met 70 g water) werd samengesteld om het eiwitgehalte van kippenvoeder (standaardvoeder) na te bootsen (21% op droge stof (DS) en een vergelijkbaar aminozuur profiel). De rest van de droge stof werd aangevuld met aardappelzetmeel. Daarnaast werden ook diëten getest met 10,5% eiwit, 5% eiwit en 2,5% eiwit. Om telkens een vergelijkbaar DS-gehalte van ± 27% te bekomen en om energieverschillen te vermijden, werd het verminderde eiwit telkens gecompenseerd met een iso-energetische hoeveelheid zetmeel. Er werd ook premix toegevoegd waarin een breed assortiment aan vitaminen en mineralen aanwezig was.

Positieve groeiresultaten
De resultaten waren veelbelovend, enkel de behandeling met 2,5% eiwit vertoonde een significant verminderde groei. De larven gekweekt op substraten met hogere eiwitgehaltes vertoonden geen onderlinge groeiverschillen (fig. 1). Hieruit zouden we kunnen concluderen dat 5% eiwit al voldoende is voor een optimale groei. Maar het eindgewicht van deze larven was met 100 mg wel nog steeds een stuk lager dan de 200 mg die we op een kippenvoeder (=standaard) verwachten.  

VIVES_voederproef_grafiek1.png
Figuur 1: Evolutie van het gemiddeld individueel gewicht van larven gekweekt op substraten (iso-energetische mengsels van soja-eiwit, aardappelzetmeel en premix) met verschillende eiwitgehaltes. Verschillende tekens (* of °) wijzen op statistisch significante verschillen.


Experimenten met zonnebloemolie
Daarom werd in een volgende reeks experimenten een ander essentieel nutriënt toegevoegd, namelijk vet. Het werd toegediend onder de vorm van zonnebloemolie dat rijk is aan essentiële omega-6 en omega-3 vetzuren. Er werd als controle ook een behandeling met nat kippenvoeder meegenomen (30% kippenvoeder en 70% water).


Bij dit experiment werden er geen verschillen vastgesteld tussen de artificiële diëten (fig. 2). Dit is heel interessant aangezien we hieruit kunnen afleiden dat 5% eiwit, wat dus slechts 25% is van wat in het kippenvoeder zit, voldoende is voor een optimale groei van BSF-larven. We moeten echter voorzichtig zijn met het trekken van conclusies. De larven op de artificiële diëten zijn namelijk 30% minder gegroeid dan deze op het controle kippenvoeder.
VIVES_voederproef_grafiek2.png
Figuur 2: Evolutie van het gemiddeld individueel gewicht van larven gekweekt op artificiële substraten (iso-energetische mengsels van soja-eiwit, aardappelzetmeel, premix en zonnebloemolie) met verschillende eiwitgehaltes en larven gekweekt op een controle substraat (kippenvoeder/water: 30/70). Verschillende tekens (* of °) wijzen op statistisch significante verschillen.

Dit is enerzijds verwonderlijk aangezien de geteste substraten alle nodige macronutriënten bevatten en bovendien bevatten ze veel meer zetmeel (en dus meer opneembare energie) dan het kippenvoeder. Anderzijds, kunnen er heel wat belangrijke micronutriënten te kort zijn. Er kunnen ook belangrijke verschillen zijn in verteerbaarheid van de macronutriënten. Een andere mogelijke oorzaak voor de verminderde prestaties op het artificiële dieet is de structuur.


Verteerbaarheid van nutriënten optimaliseren
Onze eerste resultaten leverden een goede basis om op verder te bouwen. In de toekomst zal het artificiële dieet verder geoptimaliseerd worden en zal er naast eiwit ook gekeken worden naar andere nutriënten. Bovendien kijkt VIVES ook naar mogelijkheden om de verteerbaarheid van nutriënten voor BSF-larven te verbeteren, onder andere door middel van enzymen of symbiose met micro-organismen.

Meer info
Thomas Spranghers
 
Gekoppelde thema's & sectoren: